Gentse bolus (België)


Belofte maakt schuld. Mijn eerste baksels in mijn nieuwe keuken was een belofte aan de plaatser ervan dat ik deze Gentse lekkernij voor hem eens ging bakken. Als rasechte Gentenaar wou hij wel eens teruggaan naar de bakkerij van Bloch en al hun zoete zondes. Dit recept komt uit het Belgisch Bakboek en is gebaseerd op de creaties die Bloch indertijd in zijn winkel te Gent verkocht. Met dit recept maak je 20 stuks. Ietwat te veel voor mij, dus heb ik het gerezen toerdeeg netjes door midden gesneden en een portie ervan in de diepvries gestoken voor een volgende bakgelegenheid.

  • 225g koude melk
  • 25g verse gist of 8g droge gist
  • 1 ei (50g)
  • 450g tarwebloem
  • 8g zout
  • 35g suiker
  • 200g boter om te toeren
Afwerking:
  • 1 losgeklopt ei
  • 125g kleine rozijnen of krenten
  • 125g donkerbruine cassonade (of basterdsuiker) + 60g rietsuiker
Doe de boter tussen een stuk bakpapier wat je tot een envelop plooit. Rol nu de boter plat met de deegrol zodat je een gelijkmatige rechthoek verkrijgt van ongeveer 0,5cm. Leg de boterplaat in de koelkast zodat hij terug kan opstijven of bij warm weer kan je hem ook een kwartier in de diepvries leggen. 

Doe de gist en het ei samen met de melk in de mengkom en roer glad met een klopper. Voeg de bloem, suiker en zout toe en kneed heel kort. Eigenlijk van zodra alle ingrediënten gemengd zijn en het deeg een bal vormt, mag je de machine stoppen. Doe het deeg op een met bloem bestoven werkblad en kneed nog een paar minuutjes door met de handen.

Rol het deeg uit tot een rechthoek en laat het zo een paar minuten rusten op het werkblad. Rol daarna uit tot een rechthoek met een dikte van ongeveer 7mm. Verdeel de boterplaat op het onderste deel van de rechthoek. Plooi nu het deel wat niet met boter bedekt is naar binnen toe tot 1/3 van de rechthoek hiermee bedekt is. Neem nu de boterkant en plooi die toe over de geplooide kant. Zo heb je je deeg in drie geplooid.
 

Draai je deeg een kwartslag en rol opnieuw uit. Plooi opnieuw het deeg in drie delen zoals bij de vorige toer. Zorg ervoor dat er geen bloemresten op je deeg liggen wanneer je het dichtvouwt. Borstel zo nodig de bloem weg met een kwastje. 

Draai opnieuw je deeg een kwartslag en herhaal de vorige stap. Wikkel het deeg in een stuk bakpapier of vershoudfolie en laat het minimum 30 min. in de koelkast rusten zodat de boter terug kan opstijven.


Beboter ondertussen 10 briochevormpjes en bestrooi ze rijkelijk binnenin met het suikermengsel. Zet ze op een met bakpapier beklede bakplaat. 

Haal je deeg uit de koelkast en snijd in twee stukken. De ene helft pak je in met vershoudfolie en bewaar je in de diepvries voor een volgende gelegenheid. De andere helft van het deeg rol je uit tot een rechthoek van 35x25cm. Verdeel de rest van het suikermengsel over de rechthoek en strooi daarover de rozijnen. Laat onderaan een rand onbedekt en druk die aan op je werkblad. Dit vergemakkelijkt het oprollen. 


Rol het deeg langs de lange kant op tot een cilinder. Besmeer de onderste strook met het losgeklopt ei en rol dan helemaal verder. Zo blijft de rand mooi vastplakken. 

Snijd de rol in 10 gelijke stukken van 3,5cm breed. Leg elk stuk op zijn snijkant in een vormpje. 


Dek af met een stuk bakpapier en laat ongeveer een uur rijzen. 

Verwarm de oven voor op 215°C onder- en bovenwarmte. 

Bak de bolussen in 15 min. tot ze gaar zijn en mooi bruin. Kantel ze onmiddellijk uit de vormpjes op een rooster en laat ze afkoelen. 

Reacties